Back  |  Print  |  Bookmark

Nieuwe 'Open Brief'

Ook op deze brief geen antwoorden van B&W.

Geen "zienswijze' maar een  'open brief' waarop wel geantwoord moet worden.

Geachte burgemeester Elzenga, wethouder Sanders en leden van het college,

Wij hebben tot dusverre bezwaar noch beroep aangetekend tegen het besluit van uw college medewerking te verlenen aan het huidige plan voor de ontwikkeling van perceel Panhuis 4, en ook bij deze doen wij dat niet. Wij hebben als belanghebbenden slechts onze zienswijze ingediend binnen de gestelde termijn na de eerste openbare bekendmaking van de plannen rond Panhuis 4.
Mocht het u schikken, en ook wanneer het u niet schikt, ontvangen wij graag van u een officiële motivatie op brief met handtekening van een bevoegd ambtenaar waarom wij n.a.v. uw besluit (tot principemedewerking) te vroeg zijn met het indienen van onze zienswijze.
Wij menen dat een open brief met vragen, al noemen wij die ‘zienswijze’ altijd bij de gemeente ingediend kan worden en door de gemeente officieel beantwoord behoort te worden, en wij vragen u dan ook in deze open brief, wederom, de vragen die wij u en het college in onze officiële brief ‘zienswijze’ gesteld hebben, en nu ook in deze ‘open brief’ stellen, te beantwoorden. Daarnaast hebben wij opmerkingen te plaatsen bij uw gepubliceerde concept afwijzing principeverzoek Panhuis 4 (PV 2209-009), waartegen wij, mocht het tot een officiële afwijzing komen, bij deze ook in verweer komen.
Ten overvloede wijzen wij u op uitspraken van wethouders van Maanen en Sanders in de Veenendaalse Krant van 29 juli jl. op pagina 3 onder de kop ‘Wethouder is het ‘echt zat’, waarin wethouder van Maanen zegt: “De burger kan tegen ieder besluit van de overheid in verweer komen. “ Dit hebben wij dan ook, en totnogtoe vruchteloos en zonder officieel bericht uwerzijds, gedaan. Mocht deze uitspraak van de wethouder onjuist zijn, vragen wij u een officiële rectificatie te laten plaatsen in genoemde krant, waarin dan wellicht verwezen kan worden naar het misinformeren van zowel (algemeen-) belanghebbenden van rijksmonument molen de Vriendschap als die van de 9 rijksmonumenten aan de Davidsstraat.
Wat onze opmerkingen bij B&W’s concept afwijzing principeverzoek Panhuis 4 (PV 2209-009) aangaat, melden wij u het volgende: Zwaar vervuilde grond kan niet in aanmerking komen voor bewoning, i.v.m. gevaar voor de volksgezondheid. Van een eventuele bestemmingsplanwijziging kan dan ook geen sprake zijn alvorens de vervuilde grond gesaneerd is, zelfs al zou B&W van panhuis 4 een officiële vuilstort willen maken. Over de verdeling van kosten en opbrengst met een projectontwikkelaar aangaande een plan tot eventuele bebouwing kan tot na sanering o.i. dan ook geen sprake zijn. Wij horen graag hoe uw college hier officieel als vertegenwoordiger van de Veenendaalse bevolking over denkt en verzoeken u dan ook bij deze binnen de gestelde wettelijke termijn stelling te nemen.
Hoe ook, te vroeg of niet, wij wachten, sinds 15 juli, vandaag nog steeds op antwoorden op de vragen die wij B&W in onze Zienswijze gesteld hebben, en mocht deze benaming u de mogelijkheid bieden ons wederom te veronachtzamen vragen wij u ons in deze open brief toch, of nu wel, te antwoorden. Daarnaast wachten wij ook nog steeds op een officiële ontvangstbevestiging, dan wel afwijzing van de brief genaamd ‘Zienswijze’ van 15 juli jl.. Wij hebben een ongetekende brief van de gemeente waarin vermeld wordt dat onze brief ontvangen is in ons bezit, en een email die hetzelfde beweert met onderstaande ‘disclaimer’:
“Aan dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend. Een beschikking of contractuele verplichting wordt uitsluitend per brief verzonden en ondertekend door een daartoe bevoegd persoon.”
Wij zien daarom graag dat de gemeente hieromtrent officieel met ons contact opneemt, wellicht in de persoon van mw. Van Olderen.
Mocht het u om één of andere wettelijke reden niet mogelijk zijn onze zienswijze in behandeling te nemen, verzoeken wij u ons een officiële afwijzing op genoemde zienswijze toe te sturen. Daarnaast dienen wij bij deze in de vorm van een officiële open brief een nieuwe ‘zienswijze’ in bij het college van burgemeester en wethouders (zie PDF’s attached), waarbij wij wederom, naast antwoorden op door ons gestelde vragen, om een officiële ontvangstbevestiging vragen.
Vriendelijke groet,
Ook namens Comité Rijksmonumenten Davidsstraat (i.o.),
 
Rudy Veldwijk,Xxx xxx Xxxxxx en X. Xxxxxx

PDF attached:

Een open brief met vragen aan het college van B&W, naar aanleiding van het op 16 juni 2009 goedgekeurde principeverzoek voor de ontwikkeling van “Panhuis 4” in de vorm van 14 grondgebonden woningen, 24 appartementen en ruimte voor dienstverlening.  

 

Veenendaal, 14 juli 2009 

 

Geachte burgemeester en wethouders, 

 

Naast wat in ons begeleidend schrijven genoemd en u gevraagd wordt, hebben wij u het volgende te melden en te vragen: 

 

Paradoxaal genoeg zijn wij het als comité en belanghebbenden wat visie voor de ontwikkeling van de Veenendaalse wijken aangaat in grote lijnen met B&W Veenendaal eens; wij delen met haar immers de volgende door haar op 16 juni 2009 in de “Structuurvisie 2025” beschreven en openbaar gemaakte ambities (OPENBARE B&W-BESLUITEN n.a.v. de B&W-VERGADERING VAN 16 juni 2009 – punt 35) in het kader van toekomstvisie voor de stad, zoals: 

 

-          Zichtbare en sterke historische identiteit 

-          Woongebieden met eigen karakters 

-          Groene stad 

-          Aantrekkelijke woonwijken 

 

De bepalingen aangaande de bouwhoogte voor nieuwe ontwikkeling vormen geen punt van discussie: “2 bouwlagen met kap c.q. 3 bouwlagen”, wat in de wijk ’t Hoorntje neerkomt op een goothoogte van maximaal 6m. en een nokhoogte van 8, maximaal 10m. Langs het oude lint Zandstraat/Panhuis heeft B&W de ambitie deze hoogten niet te overstijgen. 

De voor de wijk ‘t Hoorntje gespecificeerde “ingrediënten voor herontwikkeling” als “aansluiten op achterzijden van woningen aan de Davidsstraat”, waar Panhuis 4 daadwerkelijk aan grenst, in de vorm van het “model met rijtjeswoningen” of “Campusmodel” zoals geschetst in de Structuurvisie 2025 klinken veelbelovend. Het “realiseren van (merendeels) grondgebonden woningen” lijkt niet bezwaarlijk. 

En natuurlijk wil B&W in de Davidsstraat en de directe omgeving geen excessen; hier staat immers meer dan de helft van de 16 Rijksmonumenten die Veenendaal rijk is! In de schetsen is direct te zien hoe zorgvuldig B&W Veenendaal van zins is met deze monumenten om te gaan: lieflijke laagbouw die de schoonheid van Neerlands erfgoed niet ontsiert, maar haar veeleer lijkt te benadrukken! 

 

 


 

 

Alsof plots 2 punten later (OPENBARE B&W-BESLUITEN n.a.v. de B&W-VERGADERING VAN 16 juni 2009 – punt 37) een geheel andere B&W is aangetreden, wordt de ambtelijke goedkeuring verleend aan een principeverzoek voor ”14 grondgebonden woningen, 24 appartementen en ruimte voor dienstverlening aan het Panhuis 4”. Bij dit verzoek een professionele schets die duidelijk maakt dat zoveel woningen op een stuk grond van grofweg 80x55m. onmogelijk gerealiseerd kunnen worden zonder bijna 11 meter de lucht in te bouwen. De muur van 11 meter moet een blinde muur worden opdat hij op 2 meter afstand geplaatst kan worden van de erfscheidingen met de Rijksmonumenten aan de Davidsstraat, wat dan meteen mooi aansluit bij de ‘visie’ van B&W om nieuwe bebouwing (zonder “Groen” tuintje) te laten “aansluiten op (volgens gemeentearchief ernstig vervuilde) achterzijden van woningen aan de Davidsstraat”, waarmee toch al donkere en vochtige woningen met vergiftigde tuinen aan die straat het middag- en avondzonlicht wordt ontnomen. Er zit nog steeds “te weinig lucht”en licht in het principeverzoek. 

De omgang met de Rijksmonumenten in de speerpuntwijk ’t Hoorntje belooft weinig goeds voor de wijken met een lagere prioriteit.  

Overigens is het “aansluiten op achterzijden van woningen aan de Davidsstraat” in dit goedgekeurde verzoek het enige ambitieuze voornemen (voor zover genoemd in dit schrijven) waarvan niet wordt afgezien. 

 

Problematisch voor hedendaagse overheden in Nederland is het gebrek aan geloofwaardigheid. De burger vindt veelal alle mooie beloften en voornemens ‘veel geblaat en weinig wol’.  

B&W ondermijnt met deze goedkeuring haar eigen geloofwaardigheid en wanneer een en ander daadwerkelijk doorgang zou vinden kan haar hele ambitieuze “Structuurvisie 2025” op de dag van publicatie in 2009 de prullenbak in. Daarnaast zou het een mooi staaltje van  

‘(belasting-)kapitaalvernietiging’ opleveren in deze tijden van economische crisis. 

 

Nu ook duidelijk is dat genoemd te bebouwen perceel al sinds 1993 bekend staat als ‘ernstig verontreinigd’ en zonder twijfel gevaarlijk voor de volksgezondheid (de tuinen aan de Davidsstraat zijn immers bewezen verontreinigd door bedrijfsmatige verontreinigende activiteiten van voormalige bedrijven (meer dan 1) gevestigd aan deze locatie), vragen wij B&W waarom er in de speerpuntwijk ’t Hoorntje aan deze locatie nooit een sanering is uitgevoerd buiten die aan de openbare weg voor Panhuis 4.  

 

Al het bovenstaande in aanmerking genomen heeft B&W voor de bezorgde bewoners van de Rijksmonumenten aan de Davidsstraat nu een situatie gecreëerd die volkomen onduidelijk is. Derhalve verzoeken wij B&W duidelijkheid te creëren. Daartoe een aantal vragen: 

 

-          Neemt B&W afstand van haar “Structuurvisie 2025” door serieus verder te gaan met dit plan panhuis 4 voor merendeels niet grondgebonden woningen?  

-          Zo nee, is zij bereid tot intrekking van het besluit punt 37 van 16 juni jl. en zal B&W in de toekomst plannen toetsen aan de Structuurvisie 2025 en alleen ontheffingen verlenen na overleg met belanghebbenden? 

-          Mag de burger verwachten dat B&W voortaan meer aandacht aan gezonde leefbaarheid van de speerpuntwijken besteden zal? 

-          Is B&W van zins de Rijksmonumenten aan de Davidsstraat zo te conserveren dat het karakter ervan niet verscholen zal gaan of ontsierd zal worden in bebouwing van de naastgelegen grond? 

-          Is B&W bereid een verordening vast te stellen waarin ten minste de inschakeling wordt geregeld van een van wethouders en burgemeester in functie en nevenfunctie onafhankelijke commissie op het gebied van de monumentenzorg die burgemeester en wethouders adviseert over aanvragen om vergunning voor Panhuis 4 en nog te vinden bouwlocatie grenzend aan de Davidsstraat?

-          Hoe kijkt B&W aan tegen de ernstige verontreiniging van genoemd te bebouwen perceel?        16 jaren lang heeft deze verontreiniging zich kunnen uitbreiden omdat niemand van de verantwoordelijken er actie tegen ondernam. Neemt B&W zelf als zelfstandig orgaan deze verantwoordelijkheid of schuift zij die af op de provincie Utrecht?

-          Meent B&W ‘aantrekkelijke woonwijken’ te kunnen aanbieden op zwaar verontreinigde bodem en vindt zij dat zulke grond voor sanering ‘aantrekkelijke woonwijken’ kan bieden?

-          Nu er ernstige (geluids)overlast voor de Davidsstraat bestaat door de bedrijfsmatige bezigheden van een meubelfabriek die aan de Panhuis 4 zonder milieuvergunning en tegen de voorschriften van het bestemmingsplan in haar bedrijf voert, waarbij, zoals bekend bij de gemeente, velerlei arbeidswetten niet nageleefd worden, vragen wij of B&W zichzelf nog in staat acht haar functie als wetshandhaver te kunnen vervullen. Zo ja, welke actie zal het college tegen zulk ondernemen (buiten een verzoek van de milieudienst aan eigenaar van genoemd bedrijf om de deuren te sluiten tijdens de geluidsoverlast bezorgende werkzaamheden) ondernemen, en hoe rechtvaardigt B&W de totnogtoe niet nagekomen en niet aan dit bedrijf opgelegde wettelijke voorschriften in deze? 

-          Neemt B&W de kritische burger serieus? 

 

 

 

 

Omdat wij u graag informeren hebben wij een passage uit de monumentennota van de gemeente Schiedam, die o.i. als leidraad voor de Veenendaalse omgang met haar rijksmonumenten zou kunnen dienen bijgevoegd als bijlage 2.  

Ook hierover horen wij graag uw eventuele bezwaren en bedenkingen. 

 

 

Graag ontvangstbevestiging en bericht wanneer dit stuk in behandeling genomen zal worden. 

 

Hoogachtend, 

(ook namens Comité Rijksmonumenten Davidsstraat), 

 

R. P. Veldwijk, X. Xxxxxx en Xxx xxx Xxxxxx.

 

Correspondentieadres: 

 

Davidsstraat 15 

3905BK VEENENDAAL 

 

Bijlage 1  

(een afschrift van besluit punt 35 van 16 juni 2009) (B&W-BESLUITEN n.a.v. de B&W-VERGADERING VAN 16 juni 2009 - punt 35) 

 

OPENBARE B&W-BESLUITEN  

n.a.v. de B&W-VERGADERING VAN  

16 juni 2009 (week 25).  

 

 

35. Structuurvisie Veenendaal 2025.  

 

1.  

Ingestemd wordt met:  

a.  

de ontwerp-structuurvisie en deze in de inspraak  

brengen.  

b.  

de bij dit voorstel behorende reactie op de  

resultaten van de dialoogavond.  

2.  

Ter kennisname aanbieden aan de raad.  

 

CS  

36. Schriftelijke vragen SGP over de  

parkeerproblematiek van de Castor.  

 

Na aanpassing wordt ingestemd met de  

beantwoording van de vragen van de SGP-fractie  

conform de bij dit voorstel behorende  

conceptbrief.  

 

CS  

37. Principeverzoek voor het oprichten van  

woningen aan Panhuis 4.  

1.  

Principemedewerking wordt verleend voor dit  

bouwplan onder de in het voorstel gestelde  

voorwaarden.  

2.  

Ter kennisname aanbieden aan de commissie  

Stad.  

 

CS  

 

 

 

 

Bijlage 2 

 

Passage uit Monumentennota van de gemeente Schiedam.  

 

 

Gemeentelijk niveau: Cultuurhistorische waarden meenemen in planvorming  

Monumentenzorg is vanouds sterk gericht op de bescherming van waardevolle gebouwen als op  

zichzelf staande objecten. Door de invoering van het instrument beschermd stads –en  

dorpsgezicht heeft een verruiming plaatsgevonden naar stedenbouwkundige structuren en  

complexen van gebouwen. Steeds meer wordt erkend dat een monument niet los kan worden  

gezien van zijn omgeving. Tussen een monument en zijn (on)bebouwde omgeving bestaat een  

samenhang waarbij sprake kan zijn van een waardevol en beschermingswaardig geheel. Het  

benutten van deze cultuurhistorische identiteit van het stedelijk en het landelijk gebied biedt volop  

kansen en kan een belangrijk uitgangspunt vormen bij het ruimtelijk beleid. Van belang hierbij is  

de voorkennis van betrokkenen bij een voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling over de aanwezige  

cultuurhistorische waarden. De cultuurhistorische kwaliteit kan dan volledig meegewogen worden  

bij ruimtelijke beslissingen. Hiertoe is een integratie met andere beleidsterreinen waaronder  

economie, volkshuisvesting, cultuur en in het bijzonder ruimtelijke ordening noodzakelijk.  

In de bestemmingsplannen is het van belang rekening te houden met archeologische waarden,  

(beschermde) monumenten en historische waardevolle gebiedsdelen. Voor gebieden die  

aangewezen zijn tot beschermd stads – en dorpsgezicht bestaat ingevolge de monumentenwet  

1988 de verplichting om een beschermend bestemmingsplan op te stellen. Het bestemmingsplan  

biedt de mogelijkheid om monumenten en hun omgeving te beschermen. Door het vaststellen  

van de gebruik –en bestemmingsvoorschriften voor het plangebied kan rekening worden  

gehouden met de waarde en het belang van monumenten. Bebouwingsmogelijkheden in de  

omgeving van monumenten kunnen hierbij gericht worden bepaald. Voor het voeren van een  

effectief gemeentelijk monumentenbeleid, vormt een goed bestemmingsplan dan ook een  

noodzakelijke voorwaarde.  

Een instrument, dat steeds meer gebruikt wordt voor kwaliteitsbeleid is het beeldkwaliteitsplan:  

“een samenhangend pakket van intenties, aanbevelingen en/of richtlijnen voor het veiligstellen,  

creëren en/of verbeteren van beeldkwaliteit in een bepaald gebied. Zeker in beeldkwaliteits-  

plannen die betrekking hebben op de binnenstad of op andere bebouwde delen van de stad is  

het van belang dat monumenten en andere cultuurhistorische relevante aspecten onderkend  

worden. De historische stedenbouwkundige en bouwkundige structuur is vaak in zeer belangrijke  

mate bepalend voor de beeldkwaliteit van een gebied. Het kan echter voorkomen dat voorbij  

wordt gegaan aan de historische factor en dat men een gebied volledig opnieuw wenst vorm en  

inhoud te geven. In zulke gevallen is het van belang om attent te zijn ten aanzien van het  

eventuele verlies van waardevolle cultuurhistorische elementen en structuren. In principe kan het  

beeldkwaliteitsplan een positieve functie vervullen bij de integratie van de historische factor in de  

ruimtelijke ontwikkeling. Waarbij degewenste beeldkwaliteit, inclusief de historische factor, verder  

vertaald en uitgewerkt kan worden in de gemeentelijke welstandsnota.  

 

 


 

Next

 

 ? Back to Top

 

Free Web Hosting